Vergadering Algemeen Bestuur

De volgende personen zijn aanwezig: Hubert Bruls, John Brom, Tobias van Elferen, Irma van de Scheur, Kees Telder, Joerie Minses, Inge van Dijk, Anouk van Dam, Dyanne Kocken, Ina Hol, Rens Kezer, Henk de Groot, Marc Peters en Sjoerd Hooymans.

De volgende AB-leden zijn afgemeld: Ria Barber, Daphne Bergman, Nadine Huntink, Sigrid Sengers, Pepijn Baneke, Frank Dillerop, Renske Helmer.    

Naar aanleiding van de mededeling over het besluitvormingsproces raadsadviescommissie MGR is er een opmerking. Anouk van Dam geeft aan dat in het bijgaande memo beschreven is dat de adviescommissie zowel het AB als het DB adviseert. In het reglement van orde wordt aangegeven dat alleen het AB wordt geadviseerd. Het reglement van orde zal in lijn met het memo worden gebracht.

Er worden verschillende opmerkingen gemaakt:

• M.b.t. iRvN wordt aangegeven dat in de brief enkele keren vooruit gelopen wordt op (mogelijke) toekomstige middelen en taken. Het verzoek wordt gedaan om in de begroting sec in te gaan op bestaande middelen en bestaande taken. 
• M.b.t. WerkBedrijf wordt aangegeven dat de brief gelezen kan worden alsof participatiecoaching in onze regio enkel via WerkBedrijf wordt georganiseerd, terwijl dit in werkelijkheid anders is. Dit wordt in de brief anders geformuleerd.  
• Aangegeven wordt dat de impulsgelden in de basis niet zijn voor werkontwikkelbedrijven, maar voor de betreffende doelgroep. Het betreft 1. de impulsbudget en 2. de infrastructurele opslag t.b.v. de infrastructuur van sociaal ontwikkelbedrijven / de sociale infrastructuur. De formulering in de kaderbrief zal worden aangepast. 
• Aangegeven wordt dat het wat prematuur is om nu al over een nieuwe richting en koers van de dienstverlening van WerkBedrijf te spreken. Dit wordt in de brief anders geformuleerd.  
• Aangegeven wordt dat aan de groei van inzet loonkostensubsidies voor gemeenten het risico op 'voorfinancieren' zit. Het Rijk verstrekt budgetten namelijk op basis van de realisatie van een jaar eerder. Dit wordt aan de teksten toegevoegd. 
• Aangegeven wordt dat het van belang is dat de bestedingen en de resultaten van het plan impulsgelden goed en te onderscheiden inzichtelijk zijn in de P&C documenten. 
• Er is onduidelijkheid over de begroting bij het plan impulsgelden. De begroting lijkt namelijk niet helemaal sluitend. Aangegeven wordt dat deze begroting bezien moet worden in het totaal aan activiteiten en taken die WerkBedrijf uitvoert in het kader van de Participatiewet. In zijn totaliteit zal er altijd een sluitende begroting zijn, bezien vanuit het totaal aan activiteiten en taken en het totale werkbudget. 
• Voorgaand punt leidt tot discussie. Uiteindelijk wordt afgesproken om de financiële onderbouwing (het financiële staatje) uit het plan impulsgelden te halen, en hier bij de ontwerpbegroting aandacht aan te besteden.

Er wordt gevraagd of dit correctiebesluit nog iets doet met het budgetrecht van het algemeen bestuur. Benadrukt wordt dat de voorgestelde wijzigingen op geen enkele manier het budgetrecht van het algemeen bestuur aantasten.